"Het uitgangspunt is altijd geweest dat de VRT alles gratis moet aanbieden omdat burgers via het belastinggeld al eens betaald hebben voor dat aanbod. Ik wil dat principe loslaten", zegt Gatz in De Morgen. "Voor mij is het geen taboe dat ook een deel van het bredere en vernieuwde digitale platform van de VRT betalend wordt. Niet alles, en niet in de kernopdrachten zoals nieuwsberichtgeving, maar voor een deel van de digitale content moet dat mogelijk zijn."
"Het is alleszins niet de bedoeling dat de VRT nu plots zou gaan meebieden op pakweg de Champions League, om die uitzendingen dan achter een betaalmuur te verstoppen", verduidelijkt de minister. "Maar ik kan me een toekomst voorstellen waarin de VRT zijn volledige fictie-archief digitaal aanbiedt tegen betaling. Een beetje volgens het Netflixmodel."
Gatz wil met zijn voorstel tegemoet komen aan de kritiek van de private mediabedrijven. "Je kunt niet zeggen dat je een sterke omroep wil, maar die de handen af moet houden van de digitale toekomst. Anderzijds zit je met private spelers die op zoek moeten naar nieuwe inkomsten, en voor wie een gratis, publieke concurrent marktverstorend werkt. Die patstelling wil ik doorbreken."
Het idee moet nog concreet uitgewerkt worden. Het resultaat moet te lezen zijn in de nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de VRT. Volgend jaar starten de onderhandelingen daarover.
Gatz "geschrokken" van federale besparingen
Gatz zegt in het interview ook dat hij zich zorgen maakt over de federale besparingen op de culturele instellingen. Zo moet De Munt 20 procent inleveren. "Daar ben ik zelf oprecht van geschrokken. Ik wil de besparing in Vlaanderen niet wegnuanceren, maar dat is een sanering die drie keer dieper snijdt. Ik maak me daar zorgen over, ja", luidt het. "Maar ik zie ook in die beslissing geen moedwillige aanslag. De Munt heeft "pech", en dat is een understatement, dat ze een federale instelling is, en dat de hele federale overheid nog harder moet besparen dan de Vlaamse."
De besparingen op cultuur in Vlaanderen hebben niets met "revanche" te maken, wil Gatz ten slotte ook duidelijk stellen. "Ik begrijp de woede, maar ik verzet me tegen de kritiek dat deze regering de cultuursector zwaar aanpakt uit revanche. Dit is geen weerwraak op de onbuigzame zielen. Er is geen objectief argument dat de verdenking staaft dat deze regering kunstenaars wil pijn doen omdat ze kritisch zijn."